Samen van kanker een behandelbare ziekte maken

[In Dutch] De derde themabijeenkomst van het Patiënt Perspectief Programma van Oncode Instituut stond in het teken van het detecteren van kanker in bloed. De dag maakte echter ook nog wat anders duidelijk. Kankerpatiënten kunnen niet slechts profiteren van de inzichten van wetenschappers, andersom geldt dat óók.

2023. 07. 19.

“Het zou zó mooi zijn als kanker straks misschien opgespoord kan worden door een simpele bloedtest,” verzucht een deelneemster aan de themabijeenkomst, die in het Boerhaave museum in Leiden plaatsvindt. “Dat is sowieso belangrijk, maar al helemáál voor kankersoorten die je doorgaans pas opmerkt als het al relatief vergevorderd is.” Dat geldt ook voor de kanker die haar trof. “Hersenkanker geeft vaak vage klachten die mensen eerder associëren met andere gezondheidsklachten.”

We zitten in de pauze een broodje te eten in de mooie tuin van het museum. Het is alweer de derde themabijeenkomst van het Patiënt Perspectief Programma van Oncode Instituut.

Opgericht in 2018, beoogt het Oncode Instituut om resultaten van fundamenteel onderzoek sneller bij patiënten te krijgen. Het aantal kankerwetenschappers dat zich daarvoor bij Oncode Instituut heeft aangesloten is inmiddels ruim 800.

Wetenschap kan echter pas echt impactvol zijn wanneer de doelgroep in kwestie actief betrokken is bij het proces. Daarom brengt het *Patiënt Perspectief Programma van Oncode Instituut de werelden van kankerwetenschappers en (ex-)kankerpatiënten bij elkaar (zie ook kadertekst). Dit gebeurt onder andere door het organiseren van themabijeenkomsten voor (ex-)kankerpatiënten. Tijdens die vandaag zoomen drie wetenschappers in op manieren om kanker te slim af te zijn door gebruik te maken van minuscule deeltjes die tumoren in ons bloed achterlaten.

Zwevende DNA-deeltjes
De eerste twee van de lezingen zijn inmiddels achter de rug. Jeroen de Ridder, verbonden aan Oncode Institute en het UMC Utrecht, beet de spits af. Hij vertelde hoe DNA-deeltjes in het bloed afkomstig van tumoren door de inzet van slimme meettechnieken en data-analyse software opgespoord kunnen worden.

Ook legde hij het belang daarvan uit. “Afstervende kankercellen laten DNA-deeltjes achter in het bloed.” Deze deeltjes bieden vervolgens waardevolle aanknopingspunten om kanker te slim af te zijn. “Ze geven wetenschappers meer inzicht in de groei en ontwikkeling van tumoren.”

Maar dat is niet alles. Door zulke DNA-fragmentjes te detecteren in het bloed kan snel vastgesteld worden dat iemand kanker heeft, wat uitzaaiingen zou kunnen voorkomen. Ten slotte kan de hoeveelheid deeltjes artsen informeren over de effectiviteit van kankerbehandelingen. “Als er na een behandeling snel weer veel meer tumor DNA-deeltjes in het bloed worden aangetroffen, weet je dat het niet goed zit.”

Slimme software
Gelukkig is het tegenwoordig mogelijk om relatief snel tumor DNA-deeltjes in het bloed te traceren met de Nanopore DNA Sequencer. Dit hightech apparaatje ter grootte van een nietmachine richt zich op kleine moleculaire verschillen tussen het DNA van tumorcellen en gezonde cellen. “Het prepareren van een bloedmonster zelf duurt ongeveer 24 uur. Het aflezen van het DNA gaat vervolgens zeer snel. De resultaten van de Nanopore DNA Sequencer zijn al binnen een paar uur af te lezen op je computerscherm,” vertelt de bioinformaticus.

Het apparaatje is echter niet accuraat genoeg om de zeer zeldzame tumor DNA-deeltjes op te sporen. Geen wonder want de tumormutaties opsporen is geen sinecure. “Ze zweven te midden van miljarden DNA-stukjes afkomstig van gezonde cellen.”

Om de betrouwbaarheid van de sequencer te vergroten, ontwikkelde het team van De Ridder een methode die een stukje DNA meerdere keren afleest. Samen met een nieuw algoritme, die de enorme hoeveelheden data die vrijkomen bij het aflezen van het DNA razendsnel kan groeperen, kunnen afleesfouten gecorrigeerd worden en blijven alleen de echte tumormutaties over. De resultaten zijn dusdanig veelbelovend dat De Ridder met hulp van Oncode Instituut inmiddels een eigen bedrijfje – genaamd CyclomicsSeq – heeft opgezet om zijn onderzoeksresultaten te vertalen naar een bruikbare diagnosekit voor artsen.

Scherpe blik
Toen kwam er een vraag uit de zaal. "Nu AI-systemen steeds slimmer worden, overwegen steeds meer regeringen beperkingen op het gebruik ervan. Hebben jullie hier al rekening mee gehouden?" wilde een deelneemster weten.

“Beperkende wetgeving is zeker een mogelijk issue,” knikte de Ridder. “Het type AI dat wij gebruiken verschilt erg van de ‘generatieve AI’ die nu onder een vergrootglas ligt. Ik hoop dat de wetgeving hier duidelijk in wordt.”

“Kankerpatiënten hebben doorgaans een scherp oog voor mogelijke bureaucratische hobbels, bekend als ze zijn met de gevolgen van beperkende regeltjes,” vertelt Colette ten Hove me even later – wanneer ze aanschuift aan de tafel waar ik zit te lunchen en nog even terugkomt op de vraag. Ten Hove is programmamanager van het Patiënt Perspectief Programma en werkte eerder zelf als wetenschapper. “Wetenschappers hebben dat veel minder, druk als ze zijn. Dat is een van de redenen waarom het zo belangrijk is patiënten te betrekken bij kankeronderzoek. Patiëntenverenigingen kunnen makkelijker lobbywerk verrichten bij beleidsmakers en hebben veel meer ervaring hierin. Patiënten kunnen zo veranderingen eenvoudiger in gang zetten dan de wetenschapper zelf.”

Celblaasjes
Intussen geniet Agustin Enciso-Martinez een tafeltje verderop van een kopje koffie. Hij werkt als onderzoeker bij het LUMC en Amsterdam UMC en gaf de tweede lezing van vanochtend, waarbij hij inging op het opsporen en analyseren van celblaasjes in het bloed.

Celblaasjes – nanodeeltjes die worden afgescheiden door cellen – staan pas sinds kort in de wetenschappelijke belangstelling, waardoor wetenschappers nog niet zo goed weten welk (soort) blaasje wat doet en welke soort eiwitten, genetisch materiaal, suikers en vetten ze bevatten.

Door te achterhalen welke soorten tumorblaasjes er allemaal zijn, kunnen onderzoekers snel meer leren over de tumor die ze afscheidde, vertelde Enciso-Martinez. Daarbij verraden ze de aanwezigheid van kanker. Ook voor deze nanodeeltjes geldt echter dat ze moeilijk te detecteren zijn in een massa van deeltjes, waaronder blaasjes van gezonde cellen. Gelukkig zijn er wel steeds meer technieken die hierbij helpen. “Krachtigere microscopen maken deze kleine deeltjes bijvoorbeeld zichtbaar en helpen wetenschappers om naar hun samenstelling te kijken.”

Andere kijk
De postdoc, oorspronkelijk afkomstig uit Mexico, heeft echter niet alleen oog voor celblaasjes, maar ook voor het belang van patiënteninput. Tijdens zijn presentatie sprak Enciso-Martinez enthousiast over de bezoeken van kankerpatiënten aan het lab waar hij werkt, via het Patiënt Perspectief Programma. “We leren veel van elkaar.”

Maar wat maakt patiëntencontact dan zo waardevol? “Als wetenschapper zit je toch een beetje in een bubbel,” zegt Enciso-Martinez. “Patiënten hebben een andere kijk op zaken. Waardoor je als wetenschapper ook weer nieuwe ideeën krijgt.”

Oncode Onderzoeker Peter ten Dijke, die bij ons is komen zitten, beaamt dit. Hij is de leider van de onderzoeksgroep waar Enciso-Martinez werkt – en tevens mede-organisator van de themabijeenkomst namens Oncode en het LUMC. “Gesprekken met patiënten maken je bijvoorbeeld bewuster van de implicaties van je onderzoek. Zo kregen we van oudere patiënten veelvuldig terug dat zij kwaliteit van leven prefereren boven nieuwe, heftige behandelingen. In ons onderzoeksdesign staan we nu standaard stil bij mogelijke bijwerkingen en proberen die te voorkomen.”

Enciso-Martinez ziet nog een ander voordeel: "Werken in het lab kan soms eenzaam aanvoelen. Je werkt hard maar of het resultaten oplevert is altijd maar afwachten. Als ik kankerpatiënten heb ontmoet, weet ik één klap weer waarvoor ik het allemaal doe.”

Biomarkers
We gaan weer naar binnen voor de laatste presentatie van gastspreker Leon Terstappen van de Universiteit Twente. Terstappen richt zich op kankercellen die losraken van een tumor en in de bloedbaan belanden, van waaruit ze tot uitzaaiingen elders in het lichaam kunnen leiden. Terstappen wil van zulke in het bloed circulerende tumorcellen betrouwbare biomarkers maken voor kanker. Zoals onze glucosespiegel iets kan zeggen over diabetes, zo kan de “kankercel spiegel” aangeven hoe het met de kanker staat. “Dit helpt bij het nemen van beslissingen over aanpassingen van de behandelingen. Als er tumorcellen aangetoond worden in bloed duidt dit op aanwezigheid van uitzaaiingen die mogelijk nog niet zichtbaar zijn op een scan.”

Het door de bio-ingenieur ontwikkelde CellSearch apparaat wordt in de VS al gebruikt om de concentratie van kankercellen in patiënten met uitgezaaide tumoren te meten en zo het succes van een behandeling te evalueren.

“De uitdaging is nu om de gevoeligheid van de test te verbeteren, zodat het tevens mogelijk wordt om kankercellen in het bloed van patiënten met een sterk verhoogd risico op uitzaaiingen te detecteren. Daarnaast is het belangrijk om de moleculaire kenmerken van tumorcellen vast te stellen, zodat er een gepaste behandeling kan worden gestart.”

Het slotwoord van Ten Dijke markeert het einde van de dag, waarbij hij ook nog even bij de volgende stap stilstaat: de veelbelovende onderzoeken moeten nu hun waarde bewijzen in klinische trials met grote groepen kankerpatiënten. Alleen zo kan worden aangetoond dat het opsporen en monitoren van kanker via een simpele bloedtest daadwerkelijk meerwaarde heeft in de praktijk.

Zulke onderzoeken zijn echter erg tijdsintensief, waarschuwt Ten Dijke. Eventuele behandelingsvoordelen zullen dan ook niet direct beschikbaar zijn voor de patiënten van vandaag – maar hopelijk wel voor die van morgen.

Ben jij (ex-)patiënt of Oncode onderzoeker en wil je deelnemen aan het Patiënt Perspectief Programma om zo de kloof tussen de wereld van de wetenschap en de realiteit van de patient te verkleinen? Oncode neemt graag contact met je op. Zie onze website voor verdere details.

*Patiënt Perspectief Programma
Om de afstand tussen fundamenteel onderzoek en patiënten te verkleinen, betrekt Oncode Institute patiënten bij haar onderzoek via het Oncode Patiënt Perspectief Programma. Binnen dit programma krijgen (ex-)patiënten en/of ouders van een minderjarig kind met kanker de kans om van dichtbij te ervaren hoe wetenschappers naar antwoorden zoeken. Ze worden gekoppeld aan een Oncode onderzoeker of onderzoeksgroep en lopen meerdere keren per jaar mee in de dagelijkse praktijk van fundamenteel onderzoek. Wat houdt het werk van de onderzoekers precies in en hoe draagt het bij aan het kraken van de code van kanker? Omgekeerd biedt dit 1-op-1 contact voor onderzoekers een ander perspectief op hun werk en een nieuwe bron van inspiratie. Terwijl de patiënt inzoomt op zijn of haar ziekte, zoomt de onderzoeker uit naar de wereld van de patiënt.